Alcoholische dranken kunnen van allerlei soorten vruchten worden gemaakt. Voor wijn worden bijvoorbeeld meestal druiven gebruikt. En voor appelcider, je raadt het al: hier vormen appels het hoofdingrediënt.
Appelcider is populair en je kunt het dan ook in allerlei winkels gewoon kopen. Maar je kunt het natuurlijk ook zelf appelcider maken.
Er zijn verschillende appelrassen, ieder met hun eigen smaak en hardheid. Sommige soorten zijn wat zuurder, andere weer wat zoeter.
Dat betekent ook, dat er heel wat verschillende soorten en smaken appelcider te maken zijn. Je kunt het beste handappels gebruiken, het liefst natuurlijk onbespoten. Met de juiste appelmix krijg je een mooie balans tussen zoet en zuur, bijvoorbeeld door het gebruik van Elstar en de Rode van Boskoop. Maar je kunt natuurlijk ook zelf experimenteren om erachter te komen welke smaken je het lekkerst vindt.
Om appelcider te maken heb je nodig:
De gistingsfles wordt tot de hals gevuld met sap. De gist los je op in een paar theelepels met warm water. Samen met de pecto-enzyme en het sulfiet, die je ook eerst even in water oplost, voeg je dit aan het sap toe.
Je sluit nu de fles af met de rubberstop met het met water gevulde waterslot. Gebruik je een gewone fles, zorg dan deze goed gevuld is en draai de dop erop. Nu zet je de fles weg op kamertemperatuur en moet je wachten tot het gistingsproces klaar is. Dat kan een week duren.
Na de gisting wordt de cider snel helderder en op de bodem zie je een laag bezinksel. Hevel nu de cider voorzichtig over in andere flessen. Je kunt eventueel een theelepeltje suiker per fles toevoegen voor je deze een week of zes koel wegzet.
Proost! en geniet van je zelf gemaakte appelcider!
Algemene beoordeling: 5.00
heel goed zo maak ik hem ook heel lekker